Elektronische geboorteaangifte

In het Jan Palfijnziekenhuis in Merksem en het Saint-Vincent ziekenhuis in Luik liep in mei een eerste testfase voor de elektronische geboorteaangifte. Voor afscheidnemend minister van informatisering Peter Vanvelthoven een laatste gelegenheid om te demonstreren dat de elektronische identiteitskaart wel degelijk praktische toepassingen heeft.

Vandaag moeten nieuwe ouders hun kind binnen de vijftien dagen aangeven op het stadhuis. Ze krijgen daar dan een reeks documenten, bestemd voor onder meer het ziekenfonds. De elektronische geboorteaangifte maakt dat overbodig. De gynaecoloog of vroedvrouw registreert de geboorte in de kraamafdeling van het ziekenhuis bij de burgerlijke stand, en de informatie wordt dan automatisch doorgegeven aan andere overheidsdiensten en het kinderbijslagfonds.

De nieuwe toepassing, eBirth genoemd, is dus niet bestemd voor de ouders, wel voor de zorgverstrekker. Die logt met zijn eID-kaart in op het Belgische portaal voor de gezondheidszorg, Be Health. De gegevens over de geboorte en over de ouders worden ingevuld in een online formulier, en vervolgens doorgestuurd.

De informatiestroom verloopt sneller en is minder foutgevoelig, vertelde minister van informatisering Peter Vanvelthoven tijdens een persconferentie in het Palfijnziekenhuis.

Het project werd gerealiseerd door de federale IT-dienst Fedict. De ministerraad gaf in juni 2006 het startschot voor eBirth. Het algemeen doorvoeren van het systeem is voor de volgende regering

Een reactie achterlaten

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.